Artikel 10 Taken en bevoegdheden van het bestuur


Artikel 10
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, behoudens de
    beperkingen volgens de statuten.
2. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of (2) bestuursleden dit
    nodig acht(en).
3. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris
    notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris
    worden vastgesteld en ondertekend.
4. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheid. Het is echter
    verplicht een algemene vergadering te beleggen waarin in de
    open plaats(en) wordt voorzien.
5. Het bestuur is, met inachtneming van het in lid 6 bepaalde, bevoegd tot
    het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden
    of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten
    waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
    verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor
    een schuld van een derde verbindt.
6. Het bestuur behoeft goedkeuring van de algemene vergadering voor
    besluiten tot:
    a. het sluiten van overeenkomsten als bedoeld in lid 5;
    b. Het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot
        verkrijgen en geven van registergoedern en het
        beëindigen van zodanige overeenkomsten;
    c. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een
        bankkrediet wordt verleend;
    d. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen
        van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik
        maken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
    e. het aangaan van dadingen;
    f. het treden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale
        procedures, doch met uitzondering van het nemen van
        conservatoir maatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
    g. het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
    Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden
    geen beroep worden gedaan.


Vorige pagina